Om speciaal onderwijs te kunnen volgen bij Aventurijn dient een leerling een toelaatbaarheidsverklaring te hebben. Om informatie over deze verklaring te verkrijgen dienen de ouders/verzorgers zich te wenden tot het Samenwerkingsverband (SWV) van Almere. De school van herkomst levert na toestemming van de ouders de dossiers aan, waarna Aventurijn de toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt. De afdeling toeleiding van Passend Onderwijs Almere geeft al dan niet de Toelaatbaarheidsverklaring af na advies van deskundigen. Als de afdeling Toeleiding beoordeelt dat een leerling het best op zijn of haar plek is in het (voortgezet) speciaal onderwijs dan geeft de afdeling een 'toelaatsbaarheidsverklaring' voor de leerling af. Met de toelaatbaarheidsverklaring kan een leerling worden aangemeld bij een onderwijsvoorziening passend bij de zwaarte van de indicatie.
Commissie van begeleidingZodra het duidelijk is dat een leerling geplaatst wordt op Aventurijn, neemt de Commissie van Begeleiding het dossier van de leerling door om te beoordelen welke zorg de leerling nodig heeft. Dit resulteert in een voorlopig uitstroomperspectief dat met de ouders wordt besproken en vastgesteld.
De Commissie van Begeleiding bestaat uit:
Het uitgangspunt van Aventurijn is om iedere geïndiceerde leerling te plaatsen binnen de periode die met de ouders/verzorgers is afgesproken. We zullen er alles aan doen wat in ons vermogen ligt om dit te bewerkstelligen.
Wanneer het de school niet lukt een leerling te plaatsen, wordt er een wachtlijst geformeerd. Er is één criterium voor plaatsing van leerlingen op de wachtlijst en dat is de datum van aanmelding voor de indicatie. De geïndiceerde leerling die het langst op deze wachtlijst staat voor een specifieke plaats wordt bij een beschikbare plaats als eerste geplaatst. In de praktijk is het op Aventurijn nog nooit voorgekomen dat er een wachtlijst ontstaat
Verwijzing naar een andere voorzieningHet kan voorkomen dat wij van mening zijn dat onze school niet de juiste onderwijsvoorziening is voor een leerling. Met de ouders wordt overleg gevoerd en wordt bekeken wat voor de leerling de beste voorziening is. Indien nodig gebeurt dit in samenspraak met de Commissie van Begeleiding. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan een andere vorm van onderwijs of dagbesteding.